Coromandel Peninsula

Donderdag 20 november Auckland - Hahei (Coromandel Peninsula).                                                          Het is gelukkig weer mooi (hoewel fris) weer. De ferry vertrekt om 8.45 uur. Hij pikt bij Waiheki Island en Rotoroa Island passagiers op, wat nogal lastig is door de golfslag. Coromandel Town is een schattig klein plaatsje: niet veel meer dan een hoofdstraat met winkels en hostels, veelal gevestigd in leuke oude gebouwen in een soort Western-stijl. Ik ga eerst Crystal gedag zeggen die in het Anchor Lodge Motel werkt.

Mijn hostel in Hahei is lastig bereikbaar met het OV en ik ga maar liften. Er is hier weinig verkeer, maar uiteindelijk krijg ik samen met een Canadese jongen een lift naar Whitianga. Onderweg stopt het Australische stel (heel lief) bij een uitzichtpunt waarvandaan we een prachtig uitzicht hebben over de baai van Coromandel en de daarin gelegen eilandjes.

In Whitianga neem ik een korte ferry en krijg aan de overkant meteen een lift die me helemaal bij Tatahi Lodge in Hahei afzet. Het hostel is lekker relaxed en heeft een prachtige tuin, wat heerlijk is met dit weer.

In de middag maak ik dé wandeling naar Cathedral Cove. Eerst langs Gemstone Bay, waar veel mooie grote ronde keien liggen. Het pad gaat verder naar Stingray Bay waar veel pijlstaartroggen dicht langs de kust in kniediep water zwemmen. Ze liggen soms wat onder zand, maar het water is helder en je kunt ze goed zien als je het eenmaal doorhebt.

Na een tijdje ga ik verder naar Cathedral Cove. Daar is een enorme grot / poort uitgesleten, qua afmetingen en hoogte beslist niet onderdoend voor een flinke kathedraal. Zeer imposant, een echte toeristenattractie. Gelukkig ben ik er pas rond 19 uur als de laatste bezoekers vertrekken en heb uiteindelijk de "kathedraal" en het strand voor mezelf.

Terug loop ik langs Hahei Beach: een mooi lang zandstrand vlakbij het hostel.

Vrijdag Hot Water Beach - Auckland                                                                                                                      Ik kan om 8.30 uur  meerijden met een Duits stel dat me af zet bij Hot Water Beach. Ik ben dus vroeg op het strand. Maar het is heerlijk weer en ik geniet ervan eens ontspannen op het strand te zitten.

Om 12.45 uur zal het eb zijn. Vanaf 2 uur voor tot 2 uur na laagtij kun je je "eigen Hot Pool graven" bij de Hot Water Springs. De benodigde scheppen kun je van je hostel lenen of voor 5NZD huren. Om 10 uur wordt het al aardig druk. Zo grappig: veel mensen doen maar wat en blijven doorgraven ook al stuiten ze alleen op koud water. Terwijl bij de echte Hot Water Springs het water direct onder de oppervlakte zo bloedheet is dat je er niet in kunt staan. Daar borrelt het water ook zachtjes omhoog. Ik zoek mezelf een aangenaam warm badje uit (door anderen gegraven) om even in te zitten, afgewisseld met een heerlijk verfrissende duik in zee.

Begin van de middag lift ik terug naar Coromandel Town. Dat is nog een flink eind en ik heb er verschillende liften voor nodig. Leuk om weer met verschillende mensen (nu ook echte kiwi's) te spreken. In Coromandel Town aangekomen ga ik op zoek naar souvenirs (lekker op tijd :-)), maak een wandeling door een tamelijk nieuw aangelegd Kauri-bos, eet nogmaals oesters en drink mijn laatste wijntje in Nieuw-Zeeland in afwachting van het vertrek van de ferry om 20.15 uur.

De ferry is wel verlaat, maar uiteindelijk ben ik nog op tijd voordat de receptie van The Attic Backpackers om 23 uur sluit, zodat ik zelf mijn backpack uit de storage-ruimte kan halen. Hoewel ik ze al had laten weten en nogmaals gebeld had om te zeggen dat ik misschien te laat zou zijn, was het toch mijn grote angst dat de backpack in de afgesloten opslag zou blijven staan zodat ik hem niet mee kon nemen naar Nederland. 

Gerlinde is ook nog wakker en we spreken verder af voor morgen. Ik ga nog vast even douchen en de backpacks helemaal klaar maken voor de reis zodat ik morgen snel weg kan en ga dan rond middernacht slapen..